Herdenkingsplek
Het bestuur heeft besloten op de website plaats in te ruimen voor het herdenken van mensen uit de bibliotheekwereld van wie de degene die een in memoriam (IM) instuurt vindt dat onze leden daarvan kennis willen nemen.
Het hoeft dus niet uitsluitend te gaan om iemand die lid was van de Vereniging SLBO en ook kunnen we als bestuur niet elk overlijden vermelden. We laten het in principe dus over aan degenen die een In Memoriam insturen.
.
20140314 Rudi van der Velde overleden
/in IM /door Wolter van der ZwaanOp 14 maart is tijdens zijn vakantie ons lid Rudi van der Velde bij een ongeluk overleden. Rudi werd geboren op 25 oktober 1937. Rudi studeerde wiskunde en natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1963 was hij een van de oprichters van de Studentenvakbeweging. Politiek was hij uiterst links. Zo was hij enige tijd bestuurslid van de CPN en zat hij voor die partij in de gemeenteraad van Amsterdam. In 1970 werd hij wethouder van Onderwijs en Jeugdzaken. Hij bleef dat tot 1980. Daarna was Rudi een periode adviseur voor Informaticabeleid van de gemeente Amsterdam.
De bibliotheekwereld leerde Rudi van der Velde kennen toen hij in 1990 werd benoemd tot directeur van het NBLC als opvolger van Dick Reumer. Rudi was achtereenvolgens directeur van de vereniging NBLC, de stichting NBLC en Biblion BV. Die veranderingen van organisatievorm waren mede het gevolg van het door hem gevoerde beleid. Rudi dacht groot. Soms te groot. Het duidelijkst is dat tot uiting gekomen in 1994 in de verhuizing van het NBLC naar een groot pand aan de Platinaweg in Den Haag. Die verhuizing had het voordeel dat het hele NBLC inclusief de LBC in één pand gevestigd werd. Maar er was ook een nadeel: de financiële positie van het bedrijf kwam onder druk te staan. Die zwakke positie was er de oorzaak van dat in de volgende jaren nogal wat activiteiten van het NBLC ingekrompen of zelfs gestaakt moesten worden. Dat leidde tot onrust in het bedrijf. Mede door Rudi’s zwakke inlevingsvermogen ontstonden er regelmatig conflicten o.a. tussen de ondernemingsraad en de directeur. Dat leidde er toe dat een reeks aangekondigde ontslagen werd aangevochten bij de rechter. De vonnissen waren meestal in het voordeel van de werknemers.
Los van de conflicten kon Rudi echter ook een heel charmante en onderhoudende gesprekspartner en gastheer zijn. Wat Rudi heel goed kon was onderhandelen. Ik heb samen met hem onderhandelingen gevoerd bij het bureau van de grammofoonplatenindustrie en later in een driemanschap met Rob Kooijman bij BUMA/Stemra over auteursrechten. In deze situaties was Rudi op zijn best: vriendelijk, hard, humoristisch, heel slim en resultaatgericht. De ervaring die hij tijdens zijn politieke loopbaan had opgedaan werd heel knap door hem gebruikt. Nadat Biblion was overgenomen door het softwarebedrijf AND verdween Rudi snel uit beeld. Hij bleef echter als bestuurslid en adviseur nog wel betrokken bij de afwikkeling van bepaalde zaken van de stichting NBLC en van Biblion.
Rudi was een van de eersten die zich opgaven als lid van de SLBO. In de eerste jaren nam hij ook regelmatig deel aan de activiteiten van onze vereniging .Hij ging o.a. korte verhalen schrijven. Een paar jaar geleden presenteerde hij vol trots de door hem geschreven SF-roman “De hoed van Einstein”. Dat is een vlot geschreven boek voor jongeren waarin op een originele en begrijpelijke manier de relativiteitstheorie wordt verduidelijkt. Met dit boek liet Rudi een verrassende nieuwe kant van hemzelf zien.
Tijdens een vakantie op de Kaapverdische Eilanden om samen met zijn kinderen het verlies van zijn tweede vrouw te verwerken is Rudi van der Velde op 14 maart verongelukt. Hij werd door een grote golf in de branding op het strand geworpen en brak daarbij zijn nek.
Een plotseling einde van een ondanks alle tegenstrijdigheden boeiende persoon.
W. van der Zwaan.
20140304 Dika Mual overleden
/in IM /door Wolter van der ZwaanOp 4 maart overleed Dika Mual. Voor de meesten die haar kenden was dat niet echt een verrassing. Dika was al een paar jaar ernstig ziek. De laatste keer dat ik haar ontmoette was vorig jaar september op de boekenmarkt op het Korte Voorhout. Ze liep weer rechtop, speurde actief naar boeken die haar interesseerden, reageerde enthousiast op mijn aanwezigheid en praatte honderduit. Het was net of de oude Dika er weer was. Het bleek een korte opleving te zijn die het resultaat was van een beenmergtransplantatie. Korte tijd later stootte haar lichaam ook deze transplantatie af en verdween de hoop.
Dika kennen was, zoals wij nu best mogen erkennen, een voorrecht ook al viel dat soms niet mee. Dika was bijzonder. Met Dika werken, met Dika onderweg zijn, met Dika iets ondernemen: het was altijd enerverend en verrassend. Er gebeurde altijd wel iets onverwachts. Dika was een van die mensen waar over gepraat wordt en waarover anekdotes worden verteld. Ze ging in het begin van de jaren ’80 werken bij de Dienst AVM van het NBLC. Een van haar taken was het voeren van de voorraadadministratie van de afdeling Muziek van die dienst. Dat paste bij haar, want Dika kon goochelen met cijfers. Hoe ze de administratie precies voerde is ons nooit duidelijk geworden. Dika was een meester in het opzetten van eigen systemen die voor derden onbegrijpelijk waren. Maar het resultaat telde: het klopte altijd! Wij moesten ook wel aan Dika wennen. Haar “ja” was ja door dik en dun en haar “Nee” bleef nee al stonden de anderen ook op hun kop. Wanneer je het daarmee niet eens was legde ze het wel even uit… in het Maleis. Dika dacht in het Maleis. Dat bleek uit haar regelmatig geslaakte uitroepen van irritatie of enthousiasme. Het in het Maleis denken had ook als bijwerking dat Dika zich niets aantrok van de in het Nederlands gevoerde gesprekken om haar heen wanneer ze aan het werk was. Ze was altijd super-geconcentreerd. Je zou een kanon hebben kunnen afschieten: Dika merkte het niet.
Dika hielp iedereen die in moeilijkheden raakte. Ze deed dat spontaan en ongevraagd en vaak heel praktisch. Zo leerde ze gebarentaal om met haar doofstomme buurmeisje te kunnen communiceren. Ze was gek op haar huisdieren. Haar hondje ging in de jaren ’80 vaak met haar mee op reis. En haar poezen werden verwend. Wij woonden dicht bij elkaar en zorgden wanneer we ergens naar toe moesten voor elkaars poezen. Ook belde ze mij in die tijd wel eens ’s avonds laat op om de weg te vragen. Dika bezat namelijk absoluut geen richtinggevoel. Soms verdwaalde ze op weg naar huis. Zo’n telefoongesprek begon altijd surrealistisch: “Ja, eh, met mij (ze noemde nooit haar naam)…weet jij waar ik ben?” Mijn antwoord “in een telefooncel” was altijd juist (het was nog in de tijd van voor de GSM), maar het was niet altijd duidelijk waar die cel nu precies stond. Wanneer ik dat had uitgevonden werd er met behulp van een plattegrond een route uitgestippeld naar een plaats die Dika bekend was zodat de weg naar huis gevonden kon worden.
Toen in 1994 de dienstverlening van de afdeling Muziek sterk werd ingekrompen ging Dika werken bij de Dienst Boek en Jeugd waar zij o.a. betrokken was bij de aanschaf van antiquarische boeken. Toen het NBLC uit elkaar viel ging zij werken bij het Letterkundig Museum waar zij betrokken was bij het opzetten van de heel bijzondere jeugdcollectie. We zagen elkaar niet vaak meer, want we waren beiden verhuisd en woonden te ver van elkaar om nog voor de poezen van de ander te kunnen zorgen. Toen Dika ziek werd moest ze haar poes definitief onderbrengen bij haar zuster. Ze was moe, heel moe. Ze verontschuldigde zich dat ze niet meer antwoordde op aan haar gestuurde post. “Het gaat niet meer” zei ze me. En nu is het echt over. Maar vergeten doen we haar niet. Er komen nog heel wat momenten waarop iemand (bijvoorbeeld bij de SLBO) met een herinnering komt in de geest van “weet je nog wel met Dika…”. Want Dika was echt bijzonder.
Wolter van der Zwaan.
SLBO / 26 maart 2014
20130330 Riny Bleeker overleden
/in IM /door Aart BlomOp 30 maart 2013 is na een korte ziekte ons bestuurslid Riny Bleeker-Hoster overleden. De vroegere directiesecretaresse van de NBD is 84 jaar oud geworden.
De eerste ontmoeting met Riny, in de toenmalige omgangsvormen voor mij natuurlijk Mevrouw Bleeker, staat mij helder voor de geest. De NBD zat op de Waldorpstraat, het was eind 1979, net vóór het jaar waarin het bedrijf besloot naar Leidschendam te gaan verhuizen. Na een start in 1970 met twee of drie medewerkers waren we snel gegroeid naar enkele tientallen personen op de loonlijst.
Van der Hoeven en ik, die toen de directie voerden, dachten dat we dringend behoefte kregen aan iemand voor personeelszaken. Beiden wisten we prima hoe het toeging in kleine bedrijven als boekhandels en uitgeverijen, waar een personeelsbestand van 10-15 mensen al heel groot is. Ten opzichte van een grotere en tamelijk gevarieerde populatie voelen we ons zo langzamerhand tekort schieten. We kregen behoefte aan kennis van zaken op dat gebied. Riny kwam bij de NBD solliciteren, ik ontving haar. Een struise dame, die meteen een verpletterende indruk maakte. Ze kwam over als daadkrachtig, efficiënt en tegelijkertijd charmant. Na enkele minuten dacht ik, “die moeten we hebben”. Zoals gezegd was het bedrijf in een snelle groeifase. Het enige bezwaar was dat Riny (net als wij) ook niks wist van personeelszaken. Ze had er nooit mee te maken gehad.
Desalniettemin konden we best zo’n personage gebruiken als er toen voor mij zat. Gauw van der Hoeven er bij gehaald, ik kon de beslissing moeilijk helemaal op mijn eentje nemen. Die deelde mijn conclusie. Hier zit iemand voor, die van alles voor ons kan regelen, organiseren en in de gaten houden. Zo gezegd zo gedaan. Riny heeft zich enkele weken of maanden à l’improviste enigszins met de personeelszaken bemoeid. Snel daarna kwam Mevrouw van Spelde bij de NBD binnen, die jaren ervaring had en die we alle drie met genoegen de problemen en probleempjes overdroegen, die zich in een groeiend bedrijf met een behoorlijk uiteenlopend bestand gingen voordoen. Riny kwam het secretariaat versterken en werd onze steun en toeverlaat. Zij zag wat er moest gebeuren en had binnen de kortste keren een feilloos gevoel voor de manier van aanpak, die bij van der Hoeven en mij in goede aarde viel. Of misschien was het eigenlijk andersom en wist zij ons snel te dresseren. Mijn toenmalige baas was een ontzettend inspirerende man om mee te werken, maar je moest wel met hem kunnen omgaan. Sommigen hadden daar wel eens moeite mee. Riny (zoals U begrijpen zult) geen moment.
Na de verhuizing naar Leidschendam en de pensionering van Van der Hoeven groeide het bedrijf verder, veranderde de directie van samenstelling. Maar Riny bleef. Zij was een vast onderdeel van de bedrijfsvoering, gaf altijd uitstekende analyses over de vraag wie je serieus moest nemen en wie niet. Zowel binnen het bedrijf als buitenshuis. Voor mij was het heerlijk dat ze veel werk zelf zag en dat ze zich erg betrokken voelde bij het bedrijf.
Een bepaald ogenblik was ze gemeen gevallen over een losliggende tegel en had ze één arm in het gips. Geen aarzeling om toch naar kantoor te komen toen ze een reclame-aanbieding van een taxibedrijf ontdekte, dat je tegen een vaste, vriendelijke prijs door heel Den Haag en randgemeenten wilde vervoeren. Zo werd haar inzet niet te duur voor de zaak. Het was een lange rit tussen de Traviatastraat en de NBD. De chauffeurs rilden al bij de gedachte als er ’s morgens met vermelding van haar huisadres gebeld werd voor een ritje en ’s avonds andersom. Op zekere dag had ik een bezoeker uit de DDR en Riny kwam binnen met de koffie. De man zette grote ogen op bij het tafereel en meldde mij geschokt, dat er in zijn thuisland in ieder geval sociale voorzieningen bestonden, die er voor zorgden dat mensen met hun arm in het gips niet hoefden te werken.
Ophouden met werken op je 65ste was een gedachte, die Riny met kracht verwierp. Zo werd het mogelijk, dat wij in de nazomer van 1995, haar 50-jarig arbeidsjubileum konden vieren. In de zomer na de bevrijding had ze haar schoolopleiding afgerond en was ze gaan werken. De snelle rekenaar beseft, dat ze toen inmiddels 67 was geworden. Na dat jubileum is ze nog bijna een jaar bij ons blijven werken.
Als ik achteraf terugkijk op de kleine zeventien jaar, die Riny en ik samen bij de NBD hebben doorgebracht, komt één gedachte prominent naar voren. Je weet het nooit helemaal, maar ik weet het wel bijna zeker, dat Riny in mijn gezicht altijd precies hetzelfde heeft gezegd als tegen anderen, wanneer ik er niet bij was. Als ze het optreden van de directie in een bepaalde situatie nu niet zo geslaagd vond, dan kreeg de directie dat te horen. Mutatis mutandis verwacht ik dat heel veel mensen, die haar gekend hebben, net zulke ervaringen met haar hebben gehad. Voor mij is dit de manier, waarop ik mij haar heel graag wil herinneren.
Aart Blom, NBD – Nederlandse Bibliotheek Dienst 1970 – 2002
SLBO / 9 april 2013