Herdenkingsplek

Het bestuur heeft besloten op de website plaats in te ruimen voor het herdenken van mensen uit de bibliotheekwereld van wie de degene die een in memoriam (IM) instuurt vindt dat onze leden daarvan kennis willen nemen.

Het hoeft dus niet uitsluitend te gaan om iemand die lid was van de Vereniging SLBO en ook kunnen we als bestuur niet elk overlijden vermelden. We laten het in principe dus over aan degenen die een In Memoriam  insturen.

.

20170128 In memoriam Rob Blei

Op 28 januari is Rob Blei aan een hartstilstand overleden, hij was slechts 65 jaar oud. Rob heeft bijna zijn hele arbeidzame leven gewerkt bij het NBLC, de opvolgers en dus uiteindelijk bij NBD Biblion. De rode draad door zijn loopbaan was ICT.

Toen Rob in 1978 bij het NBLC begon te werken stond de automatisering nog in de kinderschoenen. De Openbare Bibliotheken begonnen zich toen net te oriönteren op geautomatiseerde uitleen- en catalogussystemen. Rob Kooyman was de enige medewerker bij het NBLC die verstand had van automatisering en die de bibliotheken kon voorlichten over deze nieuwe ontwikkelingen. Rob Blei werd aangetrokken omdat er behoefte was aan meer deskundigheid op dit gebied bij het NBLC. In het begin was er nog even de illusie dat de automatisering landelijk kon worden gecoördineerd. Maar binnen de korstte keren, in de bekende traditie van de Openbare Bibliotheken , buitelde men over elkaar om allerlei verschillende systemen aan te schaffen.

Het gaat hier echt over het prille begin van de automatisering. Data werd nog opgeslagen op ponskaart en op tape. Rob heeft het allemaal meegemaakt. De eerste kantoor PC, de eerste online raadpleegbare databases, de CD ROM, de prille opkomst van het Internet. Het begin van de digitale dienstverlening van het NBLC met titelbeschrijvingen op tape. Databases als de LITErom op CD ROM en later online raadpleegbaar. Rob was bij al deze ontwikkelingen betrokken. Het is nu nauwelijks meer voor te stellen welke ingrijpende veranderingen in deze jaren hebben plaatsgevonden. Het NBLC kreeg in 1980 een afdeling Automatisering, waar ook Rob deel van uitmaakte. Rob heeft zich zowel met de interne automatisering bezig gehouden als met de automatisering bij de bibliotheken. De automatisering op deze twee terreinen werd ook steeds meer met elkaar verknoopt.

Rob was een zeer nauwkeurige automatiseerder, hij had diepgaande kennis van de materie en wist tot in de details waar hij het over had. Zoals bij veel automatiseerders was de keerzijde van deze deskundigheid ook een dosis eigenwijsheid die hem niet altijd in dank werd afgenomen.

Rob was wel een geheel atypische automatiseerder. Hij was namelijk ook iemand die alle politieke/strategische ontwikkelingen in de bibliotheeksector uiterst gedegen bijhield. Rob was een van de best geïnformeerde medewerkers. Hij kon over elke ontwikkeling meepraten. Hij las, ongetwijfeld samen met Sonja op de bank, elke beleidsnota, elk rapport, bezocht alle relevante websites en las alle tijdschriften.

Een andere passie van Rob was het pensioenfonds van de Openbare Bibliotheken. In een tijd dat niemand zich interesseerde voor pensioenen is Rob zich hierin gaan verdiepen. Ook bij dit onderwerp weer met zijn gebruikelijke gedegenheid en nauwkeurigheid. Al snel was de Rob de vraagbaak geworden voor iedere collega met een pensioenvraag. Deze deskundigheid resulteerde uiteindelijk in de formele deelname van Rob aan een van de organen van het Pensioenfonds.

Het is buitengewoon triest dat Rob maar zo kort van zijn pensioen heeft kunnen genieten.

Wilco de Gier

 

20170807 In Memoriam Piet Groenewegen

Langs een grote omweg en met vertraging kreeg onze vereniging bericht dat Piet Groenewegen op 27 november 2016 op 93-jarige leeftijd is overleden. Sedert 1988, het jaar waarin hij recht kreeg op AOW -Piet Groenewegen was geboren op 24 september 1923-, trad hij in dienst bij de NBD als “oproepportier”. Er waren twee portiers in vaste dienst, van wie de ene ´s morgens vóór de eerste werknemers binnenkwamen aan zijn taak begon en de andere aan het einde van de dag als laatste het pand in Leidschendam afsloot. Uiteraard waren die portiers weleens verhinderd of namen ze vakantiedagen op. Piet Groenewegen, een aangetrouwde neef van onze vaste portier Dries de Groot, verving hen dan.

Hoewel hij dus niet met regelmaat aanwezig was kende iedereen Piet en Piet kende iedereen. Zoals het portiers betaamt hield hij van een praatje en mocht hij graag vertellen over zijn verleden in het beurtvaart- en transportbedrijf dat hij samen met zijn broer bestierde. Heen- en weervaren tussen Leiden en Amsterdam had zijn leven beheerst. Toen de SLBO in 2008 werd opgericht toonde hij onmiddellijk belangstelling en wilde hij graag lid worden en geïnformeerd blijven over alle activiteiten. Zijn leeftijd maakte het hem toen echter al niet meer mogelijk om naar onze bijeenkomsten komen.

In Piet Groenewegen verliest onze vereniging een belangstellend lid. Iemand die graag tot het laatst toe op de hoogte wilde blijven van de gang van zaken bij NBD, respectievelijk NBD Biblion en bij de collega´s die hij er in zijn werkzame periode gekend had. Deze zullen zich hem herinneren als iemand, die met plezier en inzet zijn taken vervulde en deel uitmaakte van het groter geheel.
A. Blom

20160712 Het laatste woord: Steef Stalenhoef overleden

Op 3 juli bedankte Steef Stalenhoef in zijn blog iedereen die de laatste jaren aandacht aan hem geschonken had. Het was zijn laatste blog en hij wist dat. Een paar dagen later is hij overleden aan de gevolgen van de spierziekte ALS. Ruim vijf jaar geleden werd de ziekte bij hem vastgesteld. Aan die ziekte is niet veel te doen. De mogelijkheden van het lichaam worden langzaam maar onherroepelijk kleiner. In de artikelen van zijn blog kunnen we die krimpende mogelijkheden in Steefs leven nalezen. Aan het eind voelde hij zich een gevangene in zijn eigen lichaam. Communicatie, juist een van Steefs sterkste punten, werd vrijwel onmogelijk, zeker toen het spreken niet meer ging. Uit de blogs spreekt echter nog iets anders. Steef was van nature een optimist. Ook in de situaties waarin het steeds minder ging kwam dat aangeboren optimisme naar voren. Het is te verwoorden als kijk wat er nog wel gaat en maak daar het beste van.

De optimistische instelling was een van de redenen waardoor het tussen Steef en mij altijd zo goed ging in de tien jaren waarin wij bij NBLC en NBD hebben samengewerkt. Wij dachten en handelden vaak in de zelfde richting. In de eerste plaats waren wij beiden geen bibliothecaris: wij kwamen uit het bedrijfsleven. Maar misschien waren bepaalde overeenkomsten in ons verleden nog belangrijker. Hij was vier jaar ouder dan ik, maar wij hadden onze jeugd in dezelfde buurt in Amsterdam beleefd. Als kind zong hij in het kerkkoor van dezelfde kerk als waar ik een paar keer met het jongenskoor van de muziekschool van het conservatorium gezongen heb in de Mattheus- en Johannes Passion. Later woonde hij op de Ceintuurbaan vlak bij de plaats waar ik als klaar-over medescholieren hielp om de straat over te steken op weg naar school. En nog later werkte hij bij een bedrijf in dezelfde straat als waar mijn vriendin woonde.

Steef kwam in 1980 bij het NBLC als adviseur microvormen. Al een paar maanden later werd hij benoemd tot hoofd van de dienst Audiovisuele media en daardoor mijn hoofd van dienst. Samen hebben we o.a. de CD bij de bibliotheken geïntroduceerd. Steef had wel een probleem: hij vond het schrijven van rapporten e.d. moeilijk. Ik ben dan ook meerdere keren in stilte actief geweest als zijn ghostwriter. Hij was daar dankbaar voor, maar het ergerde hem ook dat hij zoveel moeite had met het schriftelijk verwoorden van wat hij dacht en voelde. Later is hij daarom cursussen gaan volgen in creatief schrijven. Uit de boeiende stukken op zijn blog blijkt dat die lessen heel succesvol zijn geweest.

Na zo’n vijf jaar deed Steef iets ongehoords. Hij deed iets dat volgens mij niemand anders ooit heeft gedaan. Hij ging weg bij het NBLC en werd hoofd van de afdeling Beeld en Geluid van de NBD. In die jaren waren NBLC en NBD wel twee samenwerkende en op elkaar aangewezen bedrijven, maar het waren nadrukkelijk ook twee aparte bedrijven. Voor de samenwerking van Steef en mij maakte het niet veel uit. De introductie van de CD vond nu ook door de NBD plaats en dat betekende in de praktijk dat er een op de basiscatalogus van het NBLC gebaseerde startcollectie bij de NBD in de AVM-ruimte stond opgesteld. Bibliotheken die wilden starten met de CD of die hun collectie wilden aanvullen meldden zich meestal op woensdag in Leidschendam waar ze werden voorgelicht door Steef en mij samen. Het waren jaren van groei en enthousiasme. In 1990 vertrok Steef nogal plotseling bij de NBD. Hij was door het Japanse bedrijf waar hij werkte voordat hij bij het NBLC kwam,Fuji, gevraagd om een hun nieuwe verkoopkantoor in Nederland te leiden.

In de daarop volgende decennia kwamen Steef en ik elkaar zo nu en dan tegen. Meestal was dat bij een jubileum of afscheid en soms op een beurs. Het opvallende was dan dat ons gesprek gewoon doorging waar het een paar jaar tevoren was afgebroken. De laatste keer dat dat gebeurde was op 6 oktober 2010 in Leidschendam. Om het 40-jarig bestaan van de NBD naar voren te brengen had de SLBO een paar sprekers uitgenodigd om iets te vertellen over hun (vroege) ervaringen bij en met de NBD. Zowel Steef als ik behoorden tot de sprekers, evenals Maartje Haasbeek. Dat we elkaar na het officiële gedeelte weer van alles moesten vertellen spreekt vanzelf. We hadden er geen vermoeden van dat het ons laatste gesprek zou zijn. Korte tijd later werd bij Steef zijn ziekte vastgesteld.

Voorheen had ik vaak de neiging om aan het eind van een discussie of gesprek nog iets toe te voegen, het laatste woord. Dat werd mij niet altijd in dank afgenomen. Zo opent Steefs laatste blog. Het is een blog die hij niet meer kon uitspreken. Toch hoor ik zijn stem in mijn hoofd wanneer ik de tekst lees. Ook nu had hij het laatste woord. Het allerlaatste.
Wolter van der Zwaan.

SLBO / 12 juli 2016