Herdenkingsplek

Het bestuur heeft besloten op de website plaats in te ruimen voor het herdenken van mensen uit de bibliotheekwereld van wie de degene die een in memoriam (IM) instuurt vindt dat onze leden daarvan kennis willen nemen.

Het hoeft dus niet uitsluitend te gaan om iemand die lid was van de Vereniging SLBO en ook kunnen we als bestuur niet elk overlijden vermelden. We laten het in principe dus over aan degenen die een In Memoriam  insturen.

.

Bij het overlijden van Johan van der Burgh 6 januari 2021

Pas onlangs is bij onze vereniging het bericht binnengekomen dat Johan van der Burgh op 6 januari 2021 op 94-jarige leeftijd is overleden. Omdat -zoals eerder al eens gemeld- oude personeelsgegevens op grond van de privacy wetgeving moesten worden vernietigd, is onderstaande herinnering uitsluitend gebaseerd op mijn geheugen en kan dus gedeeltelijk onjuist zijn. Gaarne correctie als iemand van de oude NBD-ers verbetering (of aanvulling) kan aanbrengen.

Toen de NBD in oktober 1982 definitief verhuisde van drie gebouwen aan en bij de Waldorpstraat in Den Haag ontstond behoefte aan een portiersdienst: ’s morgens als eerste het terrein openstellen en ’s avonds als laatste de afsluitronde doen langs de verschillende gebouwen. Overdag de eerste opvang voor bezoekers en leveranciers. Een lange werkdag dus voor een persoon. We gingen daarom op zoek naar part-timers voor de ochtendienst en de middagdienst. Riny Bleeker had via haar echtgenoot nogal wat connecties in militaire kring, waar je vroeg met pensioen ging. Zodoende kwam Johan van der Burgh als oud-militair eind 1982 op 56-jarige leeftijd bij de NBD in dienst. We hadden -naar uiteindelijk bleek- een heel hecht, sociaal en betrouwbaar groepje samengesteld, dat jaren lang -ook na hun 65ste verjaardag- de werkzaamheden regelde. Voor zover ik dat vanuit mijn positie kon waarnemen liep de portiersdienst soepel en geruisloos. Vakantie, ziekte en verhindering werd onderling opgevangen en als vrachtwagens tijdig voor sluitingstijd meldden dat ze vertraging hadden opgelopen werd daar een mouw aan gepast. Ook in de jaren dat er ’s avonds veel werd overgewerkt of dat er groepen medewerkers langer in het gebouw bleven voor de culturele wintercursussen en/of de cursussen Nederlands, Frans of Engels, die we in sommige jaren organiseerden, zorgden onze portiers altijd voor kloppende sluitingsafspraken en sleuteloverdrachten. De portiers kenden iedereen en iedereen kende de portiers.

Van der Burgh en zijn collega’s ontbraken nooit als er feestelijke gelegenheden buiten werktijd aan de orde waren, al organiseerden ze dan meteen dat iemand oog hield op de vraag of opening, toegang en sluiting van de gebouwen niet in het gedrang kwam. Als ik ’s avonds soms nog laat op kantoor zat maakte ik nog wel praatjes met van der Burgh, Nijmeijer, de Mots of Groeneveld. Als mijn herinneringen kloppen is nu van het hele sociale, betrokken en gezellige groepje van onze portiersdienst bijna niemand meer op deze aarde te spreken. (Alleen nog Raymond Tur. Hij was van 1996-2007 portier en heeft nog met alle genoemde portiers  samengewerkt.) Het waren mooie tijden.

Aart Blom

 

 

In memoriam Gé Verdonk

Op dinsdag 19 januari 2021 is in zijn woonplaats Haarlem onze oud-collega van het NBLC (vereniging en stichting) en oud-lid van onze vereniging, Gé Verdonk, op 82-jarige leeftijd overleden. Gé was van 1979 tot 1997 bij de Dienst Productie en Uitgeverij werkzaam als productiebegeleider. Hij was opgeleid als boekdrukker. Hij kende het oude drukkersvak: hij had nog met loodzetsel gewerkt. Toen dat drukkersvak evolueerde schoolde hij zich bij, o.a. in offset en in het werken met de PC. Als drukker was hij voor hij bij het NBLC ging werken in dienst geweest van de Amsterdamse drukkerijen Duwaer en NCR.
In de eerste jaren bij het NBLC had hij vakmatig het meeste contact met de op 6 januari j.l. overleden Yan Oh. Zij woonden ook beiden in Nieuw Vennep. Gé had echter op veel meer terreinen contact met collega’s. Hij was bijvoorbeeld een van de beste tafeltennissers van het NBLC. Als ervaren competitiespeler deed hij enthousiast mee aan de door de personeelsvereniging georganiseerde toernooien en in de lunchpauzes was hij vaak te vinden in de garage van het gebouw aan de Taco Scheltemastraat waar een tafeltennistafel stond. Na zijn pensionering is Gé actief tafeltennisser gebleven. Tot twee jaar geleden heeft hij zijn lievelingssport beoefend. Maar Gé had meer interesses. Hij hield van de natuur en was lid van de NIVON natuurvrienden. Hij ging kamperen, wandelen in de bergen, vissen en besteedde behoorlijk wat tijd aan het bestuderen van vogels. En over muziek konden wij uitgebreid van mening verschillen. Gé hield zowel van klassiek als van jazz. Tijdens discussies keek hij je aan met een lichte glimlach waarin soms ook elementen van spot in te vinden waren. Gé had een opvallend gevoel voor humor, vooral voor droge humor. Hij had ook het vermogen om met een paar woorden de zwakke plekken in de redenatie van een ander aan te stippen. Gé kwam uit een rood nest. Hij was lid van de socialistische jeugdvereniging AJC, waar hij ook zijn vrouw Jos heeft leren kennen. Hij was later lid van de Grafische (vak-) Bond en nog later van de ABVA/KABO. Hij was een rustige man die goed kon luisteren. In voorkomende gevallen wist hij conflicten binnen zijn dienst te sussen en op te lossen. Dat kwam ook tot uiting tijdens de reorganisatieproblemen van het NBLC in het midden van de jaren ’90. De aangekondigde ontslagen werden door hem en de andere ontslagenen succesvol aangevochten bij de rechtbank.
Gé was een van de eersten die in 2009 lid werden van de SLBO. Hij was, meestal samen met zijn vrouw, aanwezig bij vrijwel alle vergaderingen, lunches en excursies. Op veel foto’s uit de eerste negen jaar van de vereniging is hij dan ook te vinden. Een paar jaar geleden bleek Gé te lijden aan Alzheimer. Door het geheugenverlies gedwongen heeft hij zijn lidmaatschap moeten beëindigen. Anderhalf jaar geleden werd hij opgenomen in een verpleeghuis in Haarlem. Daar is hij op 19 januari aan covid-19 overleden.
Herinneren zal ik Gé moeiteloos als de man die mij bij conflicten en discussies met een scheef hoofd en een milde glimlach aankeek en aanhoorde en dan standaard de vraag stelde “weet je dat wel zeker?”
Wolter van der Zwaan

In memoriam Yan Oh.

“Oh goed hoor”

Toen de SLBO op 16 april 2014 op voorjaarsexcursie ging naar Deventer werden we op de Brink verwelkomd door ons lid Yan Oh en zijn vrouw Olly. Yan was onze gastheer deze dag. Een zorgzame gastheer die ons om te beginnen opstelde voor de Waag waar een professionele groepsfoto van ons gezelschap werd gemaakt. De hele verdere dag tot aan het vertrek van de bussen aan de Ijsselkade overzag Yan het gebeuren en zorgde hij er ook voor dat alles goed ging. We waren ook niet toevallig in Deventer terecht gekomen. Yan, die vrij snel na zijn pensionering in Deventer was gaan wonen, had zelf aan Nettie en mij voorgesteld om zijn woonplaats te kiezen voor onze reis in 2014. In de voorbereidingstijd had hij regelmatig contact met onze secretaresse en had hij een aantal contacten gelegd waardoor het programma zonder enige wanklank verliep. Op de terugweg vonden we ook allemaal nog een boekje van een Deventer firma in onze bagage. Ook daarvoor had Yan gezorgd. De  collega’s die Yan echt kenden waren niet  verrast. Zij wisten, dat het organiseren van (grote) feesten, reünies en bijzondere bijeenkomsten een geliefde activiteit van Yan was. Hij was er een meester in. Toch  vertelde hij er bijna nooit over, net zo min als over de verre reizen die hij en zijn vrouw maakten en ook niet over zijn slechter wordende gezondheid. “Oh goed hoor” kreeg je standaard te horen als je hem vroeg naar zijn gezondheid, terwijl het voor de meesten wel duidelijk was dat het niet zo goed ging.  Op  woensdag 6 januari is hij in Deventer overleden aan covid-19.

Yan Oh, die bij de meeste van zijn oud-collega’s van het NBLC bekend was als Han Oh, werd op 7 juni 1937 geboren in Soerabaja het toenmalige  Nederlands Indië. In 1954 werd ook voor hem en zijn familie het leven moeilijk in Indonesië. Zijn ouders zetten hem op het vliegtuig naar Nederland. Hij studeerde aan de grafische school in Amsterdam en ging werken bij de grote drukkerij J.H. de Bussy in de Rustenburgerstraat. Wij hebben ooit geconstateerd, dat onze voetstappen elkaar vast gekruist hebben: ik woonde daar vlakbij en ik heb een paar honderd meter verder in die zelfde straat zes jaar op de lagere school gezeten. In 1966 trouwde hij met Olly, die met zijn hulp een paar jaar eerder naar Nederland was gekomen. Wat later gingen ze in Nieuw Vennep wonen en kregen twee dochters.  Aan het eind van de jaren ’70 ging Yan bij het NBLC werken als inkoper voor de drukkerij. In de daarop volgende decennia had Yan meerdere functies. In zijn laatste functie was hij o.a. verantwoordelijk voor de archivering van de vele NBLC publicaties. Door zijn bescheidenheid viel hij bij nieuwe collega’s niet op, maar hij was er altijd en vervulde  vaak een verbindende rol binnen het bedrijf. Hij werd door zijn collega’s echt gewaardeerd. Ik herinner mij een beurs in het kader van “De NBLC komt naar u toe” in Den Bosch. We stonden beiden op een stand en we waren na de sluiting als eersten vertrokken, want Yan kende een restaurant in Den Bosch waar ik beslist ook moest eten. Nadat hij de auto achter het hotel aan de Markt had geparkeerd zijn wij vrijwel meteen doorgelopen naar dat restaurant. Het was natuurlijk een goed restaurant: Yan hield van lekker eten en wist waar dat te vinden was. We bleven er ook lekker lang, want een goede maaltijd verdient ook een goed gesprek. Toen we tegen half tien in het hotel de bar binnenstapten werden we verwelkomd door onze collega’s met een gemeenschappelijke zucht van verlichting. Zij hadden zich zorgen  gemaakt vooral over Yan. Ze hadden ons niet zien vertrekken en Yan had kennelijk geen goede reputatie wat betreft rijden in het donker.  Dat Yan van lekker eten hield was bij veel collega’s  wel bekend. Hij was dol op de vis van Simonis in Scheveningen, maar hij vond het niet leuk om daar tussen de middag alleen te gaan eten. Dus werden er regelmatig collega’s door hem uitgenodigd om een visje mee te eten.

Yan ging altijd uit van het goede in de mens en dus ook van zijn collega’s. Hij hield van grapjes en zijn kenmerkende lach hoor ik nog moeiteloos vanuit mijn geheugen. Hij was ook altijd kalm. Ik denk niet, dat ik hem ooit opgewonden heb zien stampen of horen vloeken, ook wanneer hij -zeker in de periode dat hij op de Platinaweg bij het nu Biblion genoemde bedrijf werkte- daar alle reden voor had. En toen we tijdens een stroomstoring samen in de lift vastzaten tussen twee verdiepingen wist hij mij (type paniek) moeiteloos te kalmeren door op de grond te gaan zitten en in donker te verkondigen dat ze ons wel zouden vinden om vervolgens allerlei verhalen te vertellen om de wachttijd door te komen.

De laatste paar jaar was “Oh goed hoor” niet goed genoeg meer. Reuma en andere gezondheidsproblemen kregen een steeds grotere rol in Yans bestaan. Ruim een jaar geleden werd hij opgenomen in een verzorgingshuis en daar maakte hij er in een rolstoel nog het beste van. De grapjes waren nooit ver weg al bracht de corona lockdown de contacten met vrouw en dochters wel te lang terug tot zwaaien achter glas. Na een kort ziekbed overleed Yan daar op 6 januari aan het virus. Door de coronabeperkingen hebben ik en een paar andere oud-collega’s zijn uitvaart op afstand via de livestream van de uitvaartonderneming moeten volgen. Het was een bijeenkomst met veel countrymuziek en indrukwekkende mooie woorden van zijn dochters die duidelijk maakten dat Yan iemand was waar veel van werd gehouden. En ja, natuurlijk had hij zelf de vorm van de plechtigheid bepaald.

Wolter van der Zwaan.-