Bij het overlijden van Maarten Tiebout (25-12-2021)
Door de feestdagen en de kerstsluiting bij NBD Biblion kwam het bericht van Maarten’s overlijden op 1e Kerstdag pas in januari de meeste oud-collega’s ter ore. Nog maar 68 jaar, geveld door een harststilstand.
Een grote schok want ik had hem graag weer even gesproken op mijn eigen afscheid op 23 december jl.. Door de coronamaatregelen bij NBD Biblion ging daar helaas een streep door. Van een afspraak komt het dus niet meer. Ontzettend jammer dat hij niet meer tijd heeft gekregen om van zijn pensioen te genieten. Extra wrang ook omdat in 2014 zijn partner José op dezelfde wijze plotseling overleed, vlak na haar pensionering. Hij had het daar moeilijk mee.
Maar ondanks alles pakte Maarten in september 2018 zijn pensioen met veel enthousiasme op. Hij deed een studie geschiedenis, fietste, wandelde en was, voor zover de coronamaatregelen het toelieten, actief op zijn bridgeclub.
Een bijzonderheid was dat Maarten de verjaardagen van zijn collega’s onthield en hen vaak verraste met zijn felicitaties. De laatste keer dat ik hem sprak was toen hij mij een dag te vroeg belde om me te feliciteren. Een beetje z’n eer te na. Die vaardigheid heeft hij ongetwijfeld opgedaan in zijn loopbaan als bibliotheekhoofd in Sint-Willibrord (West-Brabant) en als rayonbibliothecaris in Gelderland.
Wat betreft Sint-Willibrord, een voormalig smokkelaarsnest, kon hij smakelijke verhalen vertellen over de licht criminele gedragingen van sommige inwoners. Het inspireerde hem in die tijd wel om regelmatig de racefiets te pakken in het dorp van wielerlegenden Wim van Est en Wout en Rini Wagtmans.
Over zijn tijd in Gelderland kreeg ik de volgende informatie van zijn toenmalige collega Gert de Ruiter:
Maarten begon als hoofd van de bibliotheek Zevenaar bij de PBCG (nu Rijnbrink). Daarna werd hij rayondirecteur van de Liemers. Ik herinner hem als een gedreven, loyale en uiterst sociale collega. Maarten was een kritische maar scherpe denker. Met zo zijn eigenaardigheden. Hij nodigde mij met zijn toenmalige vriendin Carry een keer uit bij hem thuis voor de lunch. Dat was super gezellig! En we aten vaak samen in het bedrijfsrestaurant van Biblioservice. Dan spraken we over zijn hobby’s. Maarten was een goede schaker en ook een niet onverdienstelijk wielrenner. Hij heeft in zijn jonge jaren ook gebokst. Maar er werden ook werk gerelateerde onderwerpen besproken zoals de automatisering van Biblioservice en het functioneren van het Algemeen bestuur. De vergaderingen van dit bestuur woonde hij vaak als waarnemer bij. Daar lag ook zijn interesse. Tenslotte wil ik over hem nog kwijt dat hij heel handig werkte in besluitvormingstrajecten met criteria die hij in pro en contra via een puntensysteem waardeerde.
Zelf heb ik Maarten na zijn Gelderse loopbaan leren kennen toen hij begin jaren ’90 in dienst trad als hoofd Lectuur Informatiedienst (LID) bij de toenmalige Vereniging NBLC. Dat hij daar rendeerde blijkt wel uit het feit dat hij steeds contact heeft gehouden met oud-medewerkers van die afdeling. Ook al moest hij in die veranderende tijden wel eens stevig ingrijpen bij tegenstribbelende medewerkers. Hij trad aan in een voor het NBLC onrustig decennium. Nadat de kruitdampen waren opgetrokken zaten we in Leidschendam bij NBD Biblion.
Maarten is een directe collega van mij geworden in 1997 bij de oprichting van de afdeling Productontwikkeling. Als productmanager werd hij belast met het innoveren van de bibliografische dataproductie. Daarmee heeft hij aan de wieg gestaan van MIPS en MOM en latere functionaliteiten als bestelsynchronisatie en plank klaar koppelen. Ook had hij een belangrijke trekkersrol bij de introductie van de RFID-labels. Diensten waar NBD Biblion en vele bibliotheken tot op de dag van vandaag profijt van trekken. Zijn droom om vervolgens dé centrale catalogus voor het openbaar bibliotheekwerk te creëren heeft het helaas niet gehaald binnen het politieke krachtenveld van de sector. Wat dat laatste betreft, Maarten was ook de contactpersoon voor de bibliotheeksysteemleveranciers. Dat waren met name HKA (nu OCLC) en Infor, partijen die zo hun eigen agenda hebben om hun marktpositie binnen de bibliotheeksector te behouden. De afstemming met de diverse systemen heeft hij altijd kundig en met geduld op zich genomen. De verstandhouding is, ondanks soms tegenstrijdige belangen, altijd goed gebleven.
Ik heb het bijzonder knap gevonden hoe Maarten zich, veelal door zelfstudie en zijn aangeboren analytische capaciteiten, alle benodigde IT-kennis heeft eigen gemaakt, waarmee hij een volwaardig gesprekspartner was voor de diverse partijen in het veld, zowel intern als extern. Wel moet gezegd worden dat zijn eergevoel en eigenwijsheid hem daarbij in de weg konden zitten, zeker als zijn standpunten niet gedeeld werden. Hij wilde graag erkenning voor zijn prestaties en zijn analyses bij zijn leidinggevenden. Die kreeg hij niet altijd want ja, soms telden andere belangen.
Goede herinneringen bewaar ik ook nog aan onze laatste jaren toen we onze plek hadden in wat in de organisatie bekend stond als de ‘men’s cave’. Samen met Ferdy Vermeulen en Marco Weij, de accountmanagers. Daar was ook ruimte voor de wat persoonlijker gesprekken in de voor hem moeilijke jaren na het overlijden van José. Maar er werd vooral flink gelachen want hij had een uitstekend gevoel voor humor en kon de veranderende tijden in de organisatie voldoende relativeren.
Ik hoop van het voorjaar een keer met wat oud-collega’s een bloemetje te leggen bij het graf van Maarten en José om daarna nog meer herinneringen op te halen.
GvT