In memoriam  Marius Boom 15 augustus 2020

Op 15 augustus 2020 overleed Marius Boom, nabij zijn huis in Arzens, dat weer vlak bij Carcassonne, in Zuid-Frankrijk, ligt. Ik leerde Marius kennen in 1983 toen hij bestuurslid werd van de WOB, de Werkgevers-vereniging Openbare Bibliotheken. Hij was directeur van de pbc Utrecht, en de Stichting Provinciale Bibliotheekcentrales in Nederland had hem voorgedragen. In 1986 vertrok hij weer, omdat hij toen voorzitter werd van deze pbc-club. In de jaren daarop hadden we van tijd tot tijd contact, zoals we dat bij de WOB met veel functionarissen uit het land hadden, telefonisch en op leden-vergaderingen. Altijd genoeglijk, want ook de ernstigste zaken sneed Marius meestal aan met een kwinkslag, een al dan niet Latijnse zegswijze of een verwijzing naar geschiedenis of literatuur. Hoezeer hij betrokken was bij ons werk merkte ik toen hij als lid van de kascommissie de aanbeveling meegaf dat de WOB een reserve zou aanleggen die niet een willekeurig potje zou zijn, maar zou moeten toegroeien naar een bedrag waaruit een onverhoopte ontmanteling van de WOB gefinancierd zou kunnen worden, zonder dat dan voor de ontslagvergoeding van de medewerkers aangeklopt zou moeten worden bij het NBLC, op dat moment hun formele werkgever. Dat doel werd bereikt onder zijn latere voorzitterschap. Dat begon in 2000, nadat Marius in 1999 opnieuw in het WOB-bestuur was gekomen, en eindigde eind 2010 door de fusie met de VOB, zoals het NBLC was gaan heten, bij welke gelegenheid de besturen van beide organisaties aftraden. In de tien jaar dat Marius voorzitter was, leidde hij het CAO-overleg met de vakbonden FNV en CNV Publieke Zaak. De sector kreeg te maken met bezuinigingen, met opleidingstaken en met de verdeling van Europese ontwikkelingsgelden. Er werden een functiewaarderings- en een competentiemanagementsysteem ingevoerd en het WOB-bureau werd zelfstandig werkgever. Uiteindelijk werd, als resultaat van uitgebreide ledenraadpleging, besloten tot fusie met de VOB. Dat was een proces dat zeer veel van Marius vergde en waarin hij zich sterk maakte voor ons, de secretariaatsmedewerkers. Zo druk als het was, zag Marius toch nog kans drie grote fietstochten te maken: naar Praag, Rome en Santiago de Compostela. Van 2000-2012 was Marius bovendien voorzitter en secretaris van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB), functies die om de twee jaar werden gewisseld tussen vakbond en WOB. In die functies was hij actief in de beleggingscommissie, de pensioencommissie, en vertegenwoordigde hij het fonds in de raad van deelnemers bij de uitvoeringsorganisatie AZL en de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen. Voor het POB was dit bepaald geen rustige tijd: nauwelijks was Marius aangetreden of de internetbubble barstte, met grote gevolgen voor het vertrouwen in de aandelenmarkten. Het bleek een relatieve kleinigheid vergeleken met de kredietcrisis van 2008 – ook die overleefde het POB zonder kortingen. De regeling voor vervroegd uittreden werd uitgefaseerd, waarmee het pensioenfonds met twee reglementen te maken kreeg: een stevige uitdaging voor de pensioenplanner-app, waarmee iedere deelnemer onbeperkt kon kijken hoe het pensioen eruit zou zien en wat de opties waren om toch vóór de AOW-leeftijd te stoppen.. Intussen werden de instituties van het fonds voortdurend versterkt. Er kwamen een auditcommissie, een verantwoordingsorgaan, een bijscholingsprogramma, beleidsdagen en zware gesprekken met DNB, de toezichthouder. In die periode heb ik intensief contact met Marius gehad. Wat opviel was dat hij steeds met humor en vriendelijkheid tegenstellingen van onnodig gewicht wist te ontdoen en verteerbaar te maken. Scherpe bewoordingen gebruikte hij alleen als het echt nodig was. Na zijn afscheid van het bibliotheekveld hielden we contact. Door Marius en zijn vrouw Conny was als traditie een nieuwjaarsbezoek aan hun mooie Franse huis ingesteld. Begin 2014 zei hij zich niet zo lekker te voelen, hij had zware rugklachten waar de dokter niks mee kon. Pas later dat jaar werd vastgesteld dat het de ziekte van Kahler was. Na de laatste keer dat we in Arzens waren, eind januari, ging het even wat beter, maar in begin april ging weer zo slecht dat e-mailen hem niet meer lukte. In juni had ik hem voor het laatst aan de lijn, inmiddels was hij in huis gevallen en had daarbij een been gebroken. Daarna ging de communicatie via Conny, die hem de mails voorlas. Medio juli is hij overgebracht naar de ´soins palliatifs´, waar hij in zijn slaap overleed, in het bijzijn van Conny, nadat zijn kinderen en kleinkinderen al eerder afscheid hadden genomen. Marius Boom werd 78 jaar. Jos van Pelt SLBO /