20160420 Niet ver en toch mooi

Woensdagochtend 20 april was het weer zover. Tegen 10 uur verzamelden zich een groep SLBO-ers rond een bus van de firma Brouwers Tours op het parkeerterrein van Leidsenhage tegenover het politiebureau. Voor de meesten was het een inmiddels bekend ritueel, maar ook vandaag waren er een paar leden die voor de eerste keer een SLBO-voorjaarsexcursie (ook bekend als dagje uit) zouden meemaken. Omdat er een paar deelnemers waren die zich nog niet bij de reisleiding hadden gemeld werd er even gewacht, maar om kwart over tien was het zover: iedereen was er en de bus kon vertrekken. De bus was niet vol ondanks dat het reisgezelschap uit bijna 70 deelnemers bestond. De reden was duidelijk: nogal wat leden hadden aangegeven dat zij op eigen gelegenheid rechtstreeks naar het eerste reisdoel, het Rock Art Museum in Hoek van Holland, zouden komen omdat dat (veel) dichter bij hun huisadres lag dan het parkeerterrein in Leidschendam. Even voor 11 reed de bus de Zekkenstraat op het industrieterrein van Hoek van Holland in. De eerste handeling na het uitstappen van de bus was voor de meeste deelnemers het poseren voor een nostalgieke foto voor de deur van het popmuseum. Pas toen kon men naar binnen voor een kop koffie met een koek. Onder leiding van drie rondleiders (waarbij ons lid Paul van Riet) werden we door het museum gevoerd. Nostalgie stond voor de meesten centraal, want veel van de tentoongestelde muzikale zaken maakten herinneringen los. De herbouwde Hilversumse studio van Radio Veronica herinnerden mij aan mijn werk in de jaren voordat ik bij het NBLC terecht kwam, net zoals de toonbankplatenafspeelbar van het type waaraan ik ooit gewerkt heb. Anderen (de echte Hagenezen) haalden herinneringen op aan dansen in de Marathon, aan de vele Haagse bands uit de jaren ’60 en ’70en aan het scheuren op een echte (ook aanwezige) Puch. Net als de meeste andere musea kan het popmuseum maar een klein deel tonen van de eigen collectie, maar dit deel was al best ons bezoek waard. Veel deelnemers namen zich dan ook voor om nog eens terug te komen om in alle rust het lawaai van de oude hits te ondergaan.

Het volgende reisdoel lag hemelsbreed nog geen kilometer van het museum verwijderd, maar om er te komen moest de spoorbaan twee keer worden overgestoken en werden er heel wat bochten gemaakt. Dat tweede reisdoel was het aan de Nieuwe Waterweg gelegen restaurant van hotel Unicum. In dit zogenaamde Expo Paviljoen werd onze lunch geserveerd. Die lunch opende zoals te verwachten was met soep. Het brood, het beleg, de kroket en de koffie en thee vielen letterlijk in de smaak. Toch gingen veel deelnemers al voor het vertrekuur naar buiten. Misschien kwam het door de nabijheid van de kassen van het Westland, maar de (vanzelfsprekend op een Voorjaarsexcursie van de SLBO) stralend schijnende zon die door het deels glazen dak van het restaurant op de eettafels en de etenden viel deed de temperatuur zoveel stijgen dat we concludeerden dat tomaten het er erg goed zouden doen. In de wind aan de Waterweg vond men afkoeling. Wat wel opviel was dat de aangekondigde wijde blik op de voorbij varende schepen niets opleverde omdat er geen schepen voorbij voeren.

Bijna een half uur voor het voorziene vertrekuur van het restaurant startte chauffeur Sjoerd de motor van de bus om ons via een omweg te vervoeren naar het derde reisdoel van de dag: het Keringhuis aan de Maeslantkeringweg. Ook dit reisdoel lag aan de Nieuwe Waterweg, wat natuurlijk vanzelfsprekend is voor een waterkering die de Nieuwe Waterweg moet afsluiten wanneer wind, vloed en heel veel water zorgen voor een noodsituatie die het hoofd geboden moet worden. Uit de foto’s die dit verslag begeleiden kunt u opmaken, dat die kering op z’n zachtst gezegd indrukwekkend is. Nogal wat deelnemers aan onze reis hadden er geen flauw idee van wat ze zich moesten voorstellen bij dit programmapunt, maar dat veranderde snel. Het visuele spel van de spanten van de sluitdeur aan onze kant van de Nieuwe Waterweg werd bovendien nog eens extra geaccentueerd door de stellages van de schilders die bezig waren om met rollers het wit van de spanten nog witter te maken. Als afsluiting van deze les in Nederlandse waterbouwkunde kregen we in het museum ook nog te zien wat er zou gebeuren wanneer er bij de stijgende zeespiegel geen permanent onderhoud aan de dijken en de andere waterkerende kunstwerken zoals de Maeslantkering zou worden gepleegd.

Om even voor half zes zaten we weer in de bus en deed chauffeur Sjoerd zijn uiterste best om de aangegeven files te omzeilen. Dat lukte goed, want precies op tijd arriveerden we bij het mooi aan het water gelegen restaurant De Bergsche Plas in Bergschenhoek. Tussen het parkeerterrein waar we uit de bus stapten en het restaurant was wel een brede strook grond vol zandbergen, aardehopen en stapels stenen, maar het pad slingerde vakkundig tussen deze uitingen van herconstruering van het landschap aan de plas door. Het diner opende met soep, maar dat viel te verwachten. Deze tweede soep van de dag was het begin van een echte SLBO-excursie maaltijd met voor de meesten een schnitzel, frites, wat groente en ijs toe. Zoals altijd bij onze vereniging was het niet het eten wat de sfeer maakte, maar het permanente gesprek over kleinkinderen, ziekteverschijnselen, vakantieplannen en toch ook wel het weer. Met dat weer zat het ook dit jaar weer goed. We vonden het wel een beetje koud zo nu en dan, maar inmiddels is ons wel duidelijk geworden dat het eind april 2016 nog veel kouder zou worden. We hadden weer de mooiste dag van de week! Het eten smaakte en de koffie die velen van ons nog bestelden vlak voor het vertrek smaakte ook best, al moest ze wel erg heet worden gedronken. De terugreis naar Leidsenhage verliep zonder problemen. Na het uitstappen werden er weer handen geschud, dankwoorden gesproken en afscheid genomen van de medereizigers en de chauffeur. Ook onze achtste voorjaarsexcursie was een succes geweest en tevens was bewezen dat je niet ver weg hoeft te gaan om interessante zaken te ontdekken.
WZ

SLBO / 4 mei 2016