Afscheid Dick Welsink 1953 – 2024
Ik leerde Dick kennen in 1979 toen we allebei gingen werken bij het NBLC. Hij als medewerker van onder meer De Lezerskrant, een van de eerste en beste publieksbladen over boeken, en ik als redacteur van de aanschafinformaties. Dick schreef al gauw als privé-persoon mee aan die kaartrecensies. Hij besprak dan light verse en nonsenspoëzie, maar ook serieuze auteurs als Jeroen Brouwers.
Als je nog niet zo lang student af bent, zoals wij toen, is het fijn om via zo’n recensie nu eens anderen te beleren. Dan wil je wel eens iets te omstandig en met iets te veel smaak de gebreken van een auteur of boek in het licht stellen. Maar dat zat niet in de scrupuleuze aard van Dick. We kregen op onze recensies geregeld klachten van auteurs of uitgevers, maar ik denk niet dat er ooit kritiek was op een van zijn toch al gauw duizend en nog wat tekstjes.
Dick was een Pietje Precies en een liefhebber van nonsenspoëzie. Dat lijkt een psychologische tegenspraak, want die poëzie is juist vaak nadrukkelijk nonchalant en quasi-slordig. Maar als je biografieën van nonsensdichters leest, zie je diezelfde combo. Aan de ene kant echte liefde voor regels, zoals bij de wiskundige Dodgson en de bibliograaf Welsink, en aan de andere echt aardigheid in het doorbreken van regels, zoals bij de schrijver Lewis Carroll en de nonsensgenieter Dick. Het is kennelijk geen tegenstelling maar een vruchtbare wisselwerking.
Met zijn Stip- en Zonderland-edities kon Dick precisie en nonsens perfect combineren. Zijn recente tweede Zonderland editie is een mooi voorbeeld. Die geeft waardevolle nieuwe informatie, bijvoorbeeld dat Zonderlands vers ‘Een nachtegaal in Echternach’ getoonzet blijkt te zijn door Albert de Klerk. Als je daarvan dan een uitvoering opzoekt op YouTube blijkt dit nonsenslied zowaar een favoriet van kerkkoren te zijn. De componist staat soms ook vermeld als ‘Albert de Kerk’. Allemaal goed om te weten.
Maar het mooiste van de regelvastheid van Dick is dat die zich ook vertaalde in persoonlijke termen als betrouwbaarheid en trouw. Hij had een echt talent voor vriendschap, zoals je goed kon zien aan de massale opkomst bij zijn afscheid als conservator bij het Literatuurmuseum, en ook op 2 september bij zijn begrafenis.
Tysger Boelens
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!