20170503 Samen auto’s bekijken

Op dinsdagochtend 18 april ontmoetten ruim veertig SLBO’ers elkaar in het als dorpsplein ingerichte restaurant van het Louwman automuseum aan de Leidsestraatweg. Het eerste half uur werd, zoals gebruikelijk, benut om elkaar weer van alles te vertellen over gezondheid, narigheid, blijheid en – wanneer aanwezig – kleinkinderen. Over de eigen kinderen wordt zelden meer verteld dan dat ze aan het werk zijn en het druk hebben. Wij zijn de oude biblioknarren, die tijd hebben om op een doordeweekse dinsdag naar oude auto’s te gaan kijken. Oude auto’s genoeg in het ruim opgezette museumpand van, zoals onze deskundige en enthousiaste rondleider hem noemde, “meneer Louwman”. Meneer Louwman breidde de door zijn vader gestarte autoverzameling met vakkennis en voorzien van de noodzakelijke geldmiddelen gestadig uit. Volgens Arie Pronk (een van de oud-NBLC’ers, die veertig jaar geleden in het kader van de Golden Trip het oude automuseum in het bekende pand aan de Veurse Straatweg bezochten) is er nu veel meer te zien dan toen.

We zagen stoomauto’s, vroege elektrische auto’s, paardloze rijtuigen, Spijkers (inclusief een model van het Spijker vliegtuig), Ferrari ‘s (waarbij een groene, met als nummerbord AA-17), Fords, Hispano-Suiza’s, Formule 1 wagens, voorlopers van de VW-kever, auto’s van maharadja’s, kleine auto’s, veel hele grote auto’s, twee zwanen-auto’s (vond ik persoonlijk wel leuk), een grote oude brandweerauto enz. enz. enz. en alles in haast perfecte staat. Ter afwisseling ook oude affiches, herinneringsmedailles, oude auto-souvenirs, porseleinen bordjes met een auto-afbeelding, radiatordoppen met hele beeldhouwwerken erop en de cabine van een zeppelin. Er was heel veel te zien en te leren en de rondleiding duurde dan ook behoorlijk lang. Terug in het restaurant lieten we ons de soep, het brood, de melk en de koffie en het fruit goed smaken. Tegen drie uur vertrok bijna iedereen weer en was er voor een paar van de organisatoren nog even tijd om na te praten. Hun conclusie was, dat het best geslaagd was geweest al waren ze het er wel over eens, dat wat meer budget, een autobus (!) en een meer boekgerichte bestemming te prefereren waren geweest. Wie weet, misschien weer in 2018? In elk geval vertrok ik rond half vier, na nog even gekeken te hebben naar mijn eigen persoonlijke favoriet (de Tatra in de hal, een van de weinige top-auto’s waar ik ooit – in 1961- in heb gereden) tevreden, maar moe weer naar huis. Vanzelfsprekend op de fiets.
WZ.-

SLBO / 3 mei 2017